Dit artikel is van toepassing als je in Taalblobs werkt met een Taalblobs plus (+) abonnement of een abonnement voor 5 leerlingen of meer. 

Inleiding

In Taalblobs kun je op verschillende manieren maatwerktaken aan leerlingen aanbieden. Je doet dit vanuit het groepsoverzicht in Taalblobs. 

Er zijn grofweg 4 manieren om met Taalblobs te werken:

1. Via het adaptief programma. Hierbij stel je zelf geen maatwerktaken in. Taalblobs bepaalt het niveau door bij te houden hoe de leerling oefeningen maakt en hoe vaak de leerling oefent in een week. Meer over oefenfrequentie vindt je hier. 
2. Via maatwerktaken die je een groep toewijst. Dit doe je met de knop Oefenprogramma [groepsnaam]. 
   
3. Via maatwerktaken die je een individu toewijst. Dit doe je door op de optie 'Eigen' te klikken onder 'type programma' achter de naam van betreffend individu.
4. Via het Zorgtraject. Dit start je middels de optie 'Zorgtraject' aan te klikken onder 'type programma'. Hier kun je daar meer informatie over vinden.
   
   
   

Het is goed om de logica van het programma te kennen als je werkt met het handmatig toewijzen van oefeningen. 

• Handmatig ingestelde oefeningen hebben voorrang op oefeningen van het adaptieve programma.
  Eerst worden de handmatig opgegeven oefeningen weergegeven. Als er nog ruimte is dan zal dat aangevuld worden met oefeningen van het adaptieve programma. 
• Handmatig ingestelde oefeningen verdwijnen pas als je ze weer verwijdert. 
  Als deze taken niet door jezelf gewijzigd worden kan het gebeuren dat een leerling aangeeft dat de oefeningen nooit veranderen. Kijk of er geen handmatig ingestelde oefeningen opgegeven staan bij het oefenprogramma voor de groep of bij de instellingen voor de leerling zelf. 
• De knop "eigen" onder type programma overschrijft alle instellingen van "oefenprogramma [groepsnaam]"
  Dat betekent dus dat als de schakelaar bij de leerling op groen staat, alle oefeningen die bij de groene knop "Oefenprogramma" bovenin jouw scherm genegeerd worden. 

Oefeninstellingen

In het scherm Oefeninstellingen kun je verschillende zaken instellen.

Het aantal taken dat een leerling per dag kan doen.

Hier zijn drie zaken die je in kunt stellen:

• Ondersteunende taken
  Hier stel je in hoeveel taken de groep per dag moet/mag doen. Standaard heeft de
  groep 1 leestaak, 1 klanktaak en staan quizvragen uit. Quizvragen zijn alleen beschikbaar voor het niveau groep 5 en groep 6. Klik hier voor meer uitleg.
  
  
• Oefenfrequentie spelling
  
  Hier stel je in hoeveel spellingtaken de groep per dag moet/mag doen. Standaard staan hier 2 taken aangegeven. Wil je meer weten over de hoeveelheid taken die je in moet stellen? Lees ons artikel over het belang van regelmatig oefenen.
  
  
• Beloningstaken
  
  De beloningstaak is een spelletje dat de leerling vrij mag doen om extra munten te winnen. Hier stel je in wanneer het beloningsspel gespeeld mag worden. Standaard is dit nadat alle taken van de dag zijn afgerond. De leerlingen kunnen kiezen voor autoracen of bellen prikken.

Aangepaste oefentaken

Standaard worden alle woordgroepen voor de spelling automatisch door de computer uitgekozen. Je kunt handmatig één of meerdere woordgroepen selecteren die je in plaats van het adaptieve programma wilt laten oefenen. Dit kunnen bijvoorbeeld woordgroepen zijn die overeen komen met de lesstof die in de klas wordt behandeld.

Adaptieve oefeninstellingen

Je kunt het adaptieve programma bijsturen met enkele instellingen. Zo kun je ervoor kiezen om bepaalde oefenvormen wel of niet aan te bieden. Zo kun je instellen dat oefenvormen die te makkelijk zijn voor jouw leerling niet meer aangeboden worden. Het programma werkt dan nog steeds adaptief, maar zal een bepaalde oefenvorm wel of niet aanbieden door de instellingen in dit venster.

Daarnaast kun je bepaalde spellen aan en uitzetten voor de leerling. De spellen die je uitzet krijgen een lichte waas, deze spellen kunnen tijdens het oefenen niet gekozen worden door de leerlingen.

Ingeschakeld spel	Uitgeschakeld spel

Let op: Als je spellen uitzet die gekocht kunnen worden in de spellenwinkel, dan zal het spel nooit beschikbaar worden voor de leerling. Het duurt gemiddeld een maand voordat een kind een nieuw spel kan kopen in de spellenwinkel. Het is daarom aan te raden de spellen zoveel mogelijk beschikbaar te houden.

Wijze van woordsplitsing en verbale ondersteuning

Als laatste zijn er nog twee instellingen die je kunt aanpassen in Taalblobs.

• Wijze van woordsplitsing
  
  Hier kies je de wijze van woordsplitsing. Je kunt de Braams methode kiezen. Deze is klankgericht.
  Je kunt ook kiezen voor de klassieke splitsing van woorden. 
• Verbale ondersteuning gt/cht woorden
  
  Hier kun je kiezen welke verbale ondersteuning de groep krijgt bij de gt/cht spellingregel. 

Voorbeelden van instellingen

Enkele zaken om rekening mee te houden als je handmatige opdrachten aanmaakt.

Individuele opdrachten overschrijven groepsopdrachten

Als je voor jouw groep aangepaste taken hebt aangemaakt én voor een leerling aangepaste  taken hebt gemaakt, dan gelden de individuele taken die voor de leerling zijn aangemaakt. Als je een wijziging maakt in de taken bij de groep, dan blijven de taken voor de individuele leerling staan. De groepsopdrachten worden voor deze leerling niet zichtbaar.

Aantal oefeningen

Je kunt ervoor kiezen om de leerling alleen handmatige oefeningen te laten doen of dit te combineren met het adaptieve programma. Hierbij moet je opletten dat het aantal dat je aangeeft onder het kopje 'Ondersteunende taken' en 'Oefenfrequentie' spelling hoger of gelijk is aan het aantal aangepaste lees-, klank- en spellingtaken dat jij daadwerkelijk toewijst.

Voorbeeld 1: Je hebt aangegeven dat de leerling 2 leestaken moet doen per dag. Je voegt 5 leestaken toe onder de aangepaste lees- en spellingtaken. Het resultaat is dan dat de leerling altijd de eerste twee taken aangeboden krijgt.

Voorbeeld 2: Je hebt aangegeven dat de leerling 3 leestaken moet doen per dag. Je voegt 3 leestaken toe onder de aangepaste lees- en spellingtaken. Het resultaat is dan dat de leerling altijd de taken aangeboden krijgt die jij hebt opgegeven.

Voorbeeld 3: Je hebt aangegeven dat de leerling 3 leestaken moet doen per dag. Je voegt 2 leestaken toe onder de aangepaste lees- en spellingtaken. Het resultaat is dan dat de leerling altijd de 2 taken aangeboden krijgt die u heeft opgegeven + een door het systeem aangeboden taak op basis van het adaptieve programma.